Communicatietips
- Neem de tijd om echt te luisteren en praat zelf langzaam en rustig, houd pauzes, wacht tijdens een gesprek een moment voor u reageert op het kind.
- Praat zelf in korte zinnen en met eenvoudige woorden, dan spreekt u vanzelf langzamer.
- Blijf rustig luisteren, ook als een kind stottert. Probeert u zich te concentreren op wát het kind zegt en niet alleen op hóe het dat zegt.
- Geef geen adviezen, zoals “praat maar rustig”, “zeg het eens langzaam”, “zeg het maar opnieuw” en “haal eerst eens diep adem”.
- Hoe verloopt het verdere spreken? Praat het kind verstaanbaar? Wees voorzichtig met het oefenen van de uitspraak. Als een kind de aanleg voor stotteren heeft, is het beter om voorzichtig om te gaan met het stimuleren van de uitspraak en het spreken. Soms is het zelfs beter dit een poosje achterwege laten. Dit kan een uitlokkende factor zijn.
- Stel niet te veel vragen, het kind moet daardoor snel meedenken en alles meteen verwoorden.